Beschrijving
Nu gaat het verder… op de spannende ontdekkingsreis naar de speelmogelijkheden van onze bashand. Om op te warmen is er altijd de rechttoe rechtaan ragtime-bas, waarover libelle-achtige, vrolijke gesyncopeerde melodieën dansen. Als nieuwigheid komen we het swingritme en de klassieke Alberti bas tegen. Maar de bashand kan nog meer: uit een akkoord groeit een melodie, die de eerste harp elegant verstrengelt.
Het muzikale woord “Da Capo” – soms afgekort tot “D.C.” – staat aan het einde en maakt van deze composities cirkelliedjes, want zodra ze het einde bereiken, beginnen ze meteen weer van voren af aan. Soms is er een gecomponeerd einde, dan heet het “Da Capo al Fine” – maar soms moet je zelf een einde verzinnen.
Deze keer liet ik me voor deze composities inspireren door de natuur: de vrolijke libel, die ook bij storm zijn vrolijkheid behoudt, de ingenieuze schaatsenrijders, die supersnel over het water kunnen rennen, de uilen, die op warme avonden mysterieus zingen, of de egels, die ‘s avonds uit hun egelburcht kruipen en met hun stekelige vacht altijd een kasteeltje bij zich hebben.
Deze composities kunnen als solo of als duo worden gespeeld. Bij duo spelen gaan de delen met dezelfde letter altijd samen, bijv. A en A’. Als de ene harp met A begint en de andere met A’, dan zit je al midden in een duo.
1. Die zerzauste Libelle
2. Doch überm Nebel lacht die Sonne
3. Ballett der Wasserkäfer
4. Igelburg
5. Abendlied der Käuzchen
6. Mai-Groove
7. Schiff am Horizont
8. Variationen über das Glück, ein laubfrosch zu sein
